Le Grand Café Nikki's est prêt pour le redémarrage

Alle seinen staan op groen, niet alleen mogen terrassen zuinigjes worden gevuld met dorstige en hongerige gasten, ook binnen mogen gasten in groepen van dertig weer verwend worden.

Waar precies een week geleden de opluchting goed zichtbaar was op de gezichten van premier Rutte en vicepremier De Jonge was het bij horecaondernemer Robert Lans van Grand Café Nikki’s in Dalfsen vooral een gevoel van verlichting. ‘De dagen hebben lang geduurd, maar er is weer motivatie’, zegt hij hoopvol. ‘In het begin was het hoe langer het duurt, hoe meer je nadenkt en hoe somberder je wordt, maar de tijd van de ‘alternatieve’ horeca is voorbij. We mogen weer doen wat we het liefst willen. Dat geeft energie.’

Terwijl Lans nadacht ging Nederland massaal opzoek naar manieren om de tijd te doden, omdat we allemaal binnen moesten blijven door het coronavirus. Puzzelen bleek enorm populair. Lans werd ook gedwongen er één te leggen. Hij moest zijn terras corona-veilig opstellen en binnen een juiste opstelling vinden met anderhalve meter ruimte tussen iedere tafel. Het is een vereiste om maandag de deuren weer te mogen openen zodat mensen de horeca weer kunnen ervaren.

Lans zegt goed voorbereid te zijn voor als de horeca gedeeltelijk heropend wordt op Tweede Pinksterdag. Een kleine smet op de herstart op Tweede Pinksterdag is dat hij moet wachten tot stipt 12 uur tussen de middag. ‘Die abrupte sluiting op 15 maart was een aanslag op de horeca’, vertelt hij. ‘We moesten verplicht sluiten en gasten moesten in een half uur het restaurant verlaten, alsof er acute dreiging was’, herinnert hij zich nog goed.

‘Het verschil, toen móesten we sluiten en nu mogen we niet eerder open, maar ik denk dat het virus zich niets aantrekt van die paar uur eerder open’, stelt Lans. ‘Met de anderhalve meter afstand waarin we maandag open gaan en de ontruiming toen we dicht moesten, het druist in tegen de gastvrijheid die je van de horeca gewend bent. Ik had gehoopt op een opening van de horeca ín het pinksterweekend. Alsof zo'n virus zich wat aantrekt van dat ene dagje eerder open.’

Toch is Lans blij. ‘De horeca krijgt gelukkig weer een kans, al blijven er beperkingen. Er mogen maximaal dertig bezoekers naar binnen en dat is iets meer dan begin mei aangekondigd. Daar ben ik uiteraard heel blij mee, maar het zet nog steeds geen zoden aan de dijk. Het is geen vetpot. Restaurants hebben het al lastig door een sluiting van twee maanden. Financieel blijft het overleven, maar ik kan het voorlopig behelpen gelukkig.’

Hoe Lans omgaat met compensatie van couvert-verlies binnen is hij duidelijk. ‘Wij maken gebruik van de NOW-regeling, maar missen daarbij ook nog een belevingswaarde die een bijdrage kan leveren aan omzetherstel, omdat alles anders is in het nieuwe normaal. We hebben nog een tijd take-away gedaan, maar in het begin heb je de gunfactor en later zie je ook dat minder worden. Ik ben dolblij voor de mensen die weer aan het werk kunnen en dankzij take-away en catering aan het werk konden blijven. Dat we nog niet rendabel zijn moge duidelijk zijn, maar toch heb ik alle aflopende contracten verlengd’, licht Lans toe. ‘Ik heb straks ook al mijn mensen weer nodig en we doen dit samen heb ik gezegd. In goede tijden samen en in slechte tijden.’

Voorbijgangers kijken verheugd naar de terrassen die Lans aan het opbouwen is. Tussen de rijen zit steeds anderhalve meter. ‘Het is geen reëel verdienmodel, maar een begin zoals ik al zei. We zijn met een fors omzetverlies geconfronteerd en moeten langzaam uit het dal kruipen’, zegt hij. De coronacapaciteit bedraagt net als overal 30 binnen, terwijl Lans 150 tot 200 man gewend was op vrijdag- en zaterdagavond. Om straks toch nog een beetje omzet te genereren en gasten een plek aan te bieden denkt Lans na over zittijden. ‘Je reserveert in tijdsblokken en je krijgt all-in gedurende de tijd die jij aan de beurt. Zo kun je onbeperkt genieten en proberen we zoveel mogelijk gasten te bedienen. Het vergt ook extra werk, want na elke groep gasten moeten we de tafels, stoelen en menukaarten schoonmaken. Het is passen, meten en kijken wat het beste werkt.’

Uitkijkend over zijn terras legt hij uit. ‘Kijk, we houden 1,5 meter ruimte tussen alle tafels. Met dit coronaproof terras ben ik klaar om gasten te ontvangen.’ Of hij bang is voor een stormloop maandag? ‘Nee. We werken op reservering, vol is vol en misschien een portier voor de deur.’ Al voegt hij eraan toe dat een terras zonder bovengrens een zoethoudertje is. ‘We wonen niet in Spanje of Curaçao. Nederland telt gemiddeld 110 terrasdagen en april en mei, normaal terrasmaanden zijn al verloren maanden, maar ik ben een optimistisch mens. We kijken van nu aan weer vooruit. Betere tijden breken aan. Het heersende gevoel is dat de horeca weer op gang komt. Het uitgaansleven laat op zich wachten, winst gaan we niet maken, maar toch ben ik blij.’